Comité van Aanbeveling
Het Comité van Aanbeveling bestaat uit 8 leden, waaronder Micha de Winter, de voorzitter van de commissie de Winter.
De leden van het Comité zijn:
Micha de Winter, voorzitter Onderzoekscommissie Geweld in de Jeugdzorg 1945-heden.
Jos van der Lans, cultuurpsycholoog en publicist.
Rudie Kagie, schrijver, journalist, ervaringsdeskundige.
Andrée van Es, ondersteunde jarenlang de Belangenvereniging Minderjarigen (BM) vanuit de toenmalige PSP fractie in de Tweede Kamer, wethouder GroenLinks in Amsterdam 2010-2014, tot september 2019 voorzitter van het Nationale Unesco Comité.
Janet van Bavel, klinisch psycholoog, expert intersectorale samenwerking aanpak kindermishandeling.
Kees Bakker, voormalig bestuurder Nederlands Jeugd Instituut
Dorien Pessers, emeritus-hoogleraar Rechtstheorie en mede-oprichtster van het Clara Wichmann Instituut dat de slachtoffers van Finkensieper en het Steunpunt Zetten juridisch en publicitair ondersteunde.
Wim Slot, voormalig hoogleraar Jeugdbescherming, Vrije Universiteit, Amsterdam en lid Onderzoekscommissie Geweld in de Jeugdzorg 1945- heden.
Bovenstaande leden van het Comité zijn lid geworden op grond van de volgende tekst:
Tekst Comité van Aanbeveling Monument Geweld in de Jeugdhulp.
‘Op 12 juni 2019 verscheen het rapport ‘Onvoldoende Beschermd, Geweld in de Jeugdzorg van 1945 tot heden’ van de commissie de Winter.
Geweld werd in de onderzoeksopdracht gedefinieerd als alle vormen van fysiek, psychisch en seksueel geweld.
De belangrijkste en tevens meest schokkende uitkomst van de commissie was dat 10% van de naar schatting 200.000 kinderen die als pupil in de jeugd- en pleegzorg verbleven, te maken hebben gehad met herhaald, langdurig en heftig geweld. Dat zijn 20.000 kinderen.
De eerste aanbeveling van de commissie de Winter is het “Erkenning bieden aan slachtoffers van geweld in de jeugdzorg”.
De Initiatiefgroep Monument Geweld in de Jeugdhulp en de Stichting Nationaal Monument Geweld in de Jeugdhulp die daar uit is voortgekomen, hebben eind augustus 2019 het initiatief genomen om een monument te realiseren als een tastbare, fysieke vorm van erkenning.
Het Monument dient meerdere doelen. Het moet stil staan bij wat er is gebeurd, het moet degenen herdenken die, mede vanwege het geweld er niet meer zijn, maar het wil vooral ook een eerbetoon zijn aan degenen die, ondanks het geweld hun leven hebben kunnen voortzetten.
Het is een plek voor verdriet en woede, voor kracht en ondersteuning en vooral ook voor verbondenheid tussen lotgenoten, voor degenen die het geweld hebben ondergaan en/of hebben zien gebeuren.
Door het Monument verbindt het verleden van het geweld in de jeugdhulp zich met heden en toekomst. Er gaat inspiratie vanuit om actief ideeën, initiatieven en ontwikkelingen te ondersteunen die het huidige geweld in de jeugdhulp doet stoppen en toekomstig geweld voorkomt. Om heden en toekomst te realiseren voor alle kinderen en jongeren in de jeugdhulp, omdat vooral ook zij recht hebben op een veilig leven en een onbedreigde ontwikkeling.
Ondergetekenden, zitting hebbende in het Comité van Aanbeveling, ondersteunen dit initiatief en spreken de wens uit dat in nauwe samenwerking met lotgenotengroepen en de overheid het Monument gerealiseerd zal worden’.